Op de Den Helder gaat de marine storingen voorspellen
In dit artikel:
Technici in de maritieme wereld proberen al decennia voorspellingen te doen over wanneer apparatuur zal falen. Waar vroeger de marine al trillingsanalyses op schroefassen toepaste om verborgen gebreken op te sporen, zet de Koninklijke Marine nu een grotere stap: schepen worden vanaf de ontwerpfase ingericht voor ‘slim onderhoud’. Volgens Bart Pollmann van de Directie Materiële Instandhouding (DMI) is Zr.Ms. Den Helder het eerste Nederlandse schip waarbij zulke overwegingen tijdens de bouw systematisch zijn meegenomen — en dat is slechts het begin; bij de nieuwe ASW-fregatten (anti-onderzeebootescorts) wil de marine nog verder gaan.
Wat er verandert
In essentie verschuift het onderhoudsparadigma van reactief naar proactief. In plaats van te wachten tot iets kapotgaat en dan te repareren, verzamelt en analyseert de marine voortdurend data van systemen om tekenen van slijtage of afwijkend gedrag vroegtijdig te herkennen. Dat maakt condition-based of predictive maintenance mogelijk: onderdelen worden vervangen of systemen bijgesteld op basis van daadwerkelijke status en voorspellingen, niet alleen op geplande intervallen.
Waarom dit belangrijk is
Voor de marine zijn betrouwbaarheid en beschikbaarheid van vitale systemen cruciaal voor de inzetbaarheid van schepen. Predictive maintenance vermindert onverwachte uitval, verkort stilstand voor reparaties, verlaagt levenscycluskosten en verbetert operationele paraatheid. Daarnaast kan het logistieke ketens efficiënter maken doordat nodig materiaal en personeel doelgerichter worden ingezet.
Concrete voorbeelden en stappen
- Zr.Ms. Den Helder: het schip is zo ontworpen dat sensoren, bekabeling en data-infrastructuur vanaf het begin geïntegreerd konden worden. Dat voorkomt later kostbare aanpassingen en maakt directe monitoring van systemen mogelijk.
- ASW-fregatten: bij deze nieuwbouwprogramma’s wil de marine verder gaan met sensornetwerken en geavanceerdere diagnosetools. De ambitie is om niet alleen trends te zien, maar ook betrouwbare voorspellingen te krijgen die onderhoudsplannen direct kunnen sturen.
- Historie als fundament: Pollmann wijst erop dat slimme onderhoudstechnieken geen compleet nieuw idee zijn; vibratieanalyse door de marine bestond al in de vorige eeuw. Wat nu verandert is schaal, dataverwerking en integratie.
Technische en organisatorische uitdagingen
Het invoeren van slim onderhoud is niet alleen een technisch project; het raakt aan vele organisatorische en contractuele aspecten:
- Datakwaliteit en -analyse: sensoren genereren grote hoeveelheden ruwe data. Die moeten betrouwbaar, gestandaardiseerd en interpreteerbaar zijn om voorspellende modellen te voeden.
- Cybersecurity: het verzamelen en verzenden van operationele data verhoogt de noodzaak van goed beveiligde netwerken, zeker in militaire contexten.
- Leveranciers en levenscyclus: veel maritieme systemen zijn door externe leveranciers gemaakt. Het vroegtijdig ontwerpen voor monitoring vereist samenwerking en soms wijziging van contracten en specificaties.
- Mensen en procedures: onderhoudspersoneel en scheepsbemanning moeten werken met nieuwe tools en beslisbased op data; dat vraagt om training en aanpassing van routines.
- Beheer van verandering: organisatorische cultuur moet verschuiven van vastgeroeste onderhoudsschema’s naar datagedreven besluitvorming.
Voordelen die Pollmann benadrukt
Pollmann legt de nadruk op de operationele winst: minder onverwachte pech onderweg, efficiënter gebruik van reserveonderdelen, en hogere beschikbaarheid van schepen. Bovendien kan slimmer onderhoud leiden tot kostenbesparingen over de lange termijn door verspilling van tijd en middelen te verminderen.
Samenwerking en toekomstvisie
Volgens het interview speelt samenwerking een sleutelrol. DMI werkt met andere defensieonderdelen, scheepswerven en leveranciers om standaarden en interfaces te definiëren. Voor toekomstige schepen, zoals de ASW-fregatten, is het doel om vanaf ontwerp tot exploitatie een digitale keten te hebben waarbij onderhoudsdata naadloos beschikbaar en bruikbaar zijn.
Praktische stappen die al worden gezet
- Integratie van sensoren en bekabeling tijdens de bouwfase.
- Opzet van dataplatforms waar meetwaarden binnenkomen en geanalyseerd worden.
- Experimenten en pilots om voorspellende algoritmes te testen op realistische operationele data.
- Aandacht voor beveiliging en robuustheid van dataverkeer, zeker tijdens inzet buiten nationale wateren.
Extra context voor de lezer
Predictive maintenance is geen uniek militair verschijnsel; het wordt in de civiele sector toegepast in luchtvaart, energie- en industrie-installaties. De maritieme variant kent echter specifieke eisen: extreme omgevingscondities, strenge veiligheidseisen, lange tijdsintervallen tussen onderhoudsbeurten en het belang van operationele geheimhouding. Bovendien moet de marine rekening houden met levensduur van schepen van tientallen jaren, waardoor toekomstige compatibiliteit en upgrade-mogelijkheden van systemen al bij ontwerp van belang zijn.
Wat nog te verwachten valt
De inzet op datagedreven onderhoud zal in de komende jaren groeien. Pollmann signaleert dat nieuwe schepen en programma’s steeds vaker eisen bevatten voor digitale monitoring en dat DMI zich voorbereidt op een transformatie van onderhoudsprocessen. Verwacht wordt dat pilots en eerste operationele toepassingen leerpunten opleveren die doorstromen naar ontwerpcriteria en contractuele eisen voor toekomstige schepen.
Kanttekeningen
De uitrol is geen quick fix; technische integratie, het opbouwen van betrouwbare voorspellende modellen en het aanpassen van ketens kost tijd en middelen. Succes hangt af van samenwerking met industrie, duidelijke standaarden en het vermogen om data veilig en kwalitatief in te zetten. Ook zullen juridische en contractuele kaders moeten volgen om datadeling en verantwoordelijkheden te regelen.
Conclusie
De Koninklijke Marine staat aan het begin van een verschuiving naar intelligent, datagedreven onderhoud. Zr.Ms. Den Helder markeert het eerste schip dat vanaf de tekentafel is voorbereid op deze aanpak, en de ASW-fregatten moeten dit concept verder uitbouwen. De voordelen voor paraatheid en kosten zijn groot, maar het succes vereist technische uitbouw, organisatorische aanpassing en nauwe samenwerking met leveranciers en partnerorganisaties. Volgens DMI, vertegenwoordigd door Bart Pollmann, is dit een noodzakelijke ontwikkeling om schepen betrouwbaar en inzetbaar te houden in de moderne maritieme omgeving.